Kostenverhaal rechtsbijstand in strafzaken
Op 1 maart 2017 is de maatregel kostenverhaal rechtsbijstand in strafzaken van start gegaan. Deze maatregel geldt voor draagkrachtige veroordeelden. Dat betekent dat je als verdachte met voldoende inkomen en/of vermogen het risico loopt dat je de advocaatkosten terug moet betalen na een onherroepelijke veroordeling.
De Raad voor Rechtsbijstand betaalt de vergoeding aan de advocaat. Vervolgens – wanneer er dus sprake is van een onherroepelijke veroordeling – voert de Raad voor Rechtsbijstand een inkomens- en vermogenstoets uit. Hierbij wordt gekeken naar de gegevens die bekend zijn bij de Belastingdienst, waarbij het peiljaar twee jaar voor het verstrekken van de toevoeging is. In 2018 wordt dus gekeken naar het jaarinkomen van 2016. Is het inkomen hoger dan de aangegeven normen, dan moet de veroordeelde de vergoeding terugbetalen aan de Raad voor Rechtsbijstand.
Van een onherroepelijke veroordeling is sprake als een strafzaak is geëindigd door het opleggen van een straf of maatregel en hiertegen geen rechtsmiddelen (hoger beroep of cassatie) meer open staan.
Deze regeling geldt alleen voor verdachten die door de rechter-commissaris in bewaring zijn gesteld en waarbij een last tot toevoeging is verleend. In alle andere gevallen wordt de toevoeging namelijk door de advocaat zelf aangevraagd. De Raad voor Rechtsbijstand beoordeelt dan vooraf al of het inkomen en/of het vermogen van de verdachte binnen de normen valt.
Begin 2018 verwacht de Raad voor Rechtsbijstand de eerste facturen met een verzoek om terugbetaling te verzenden.